102
25 April 1908.
„Met een enkel woord wenscht de raad te wijzen op
„hetgeen in de laatste jaren voor de hoogere burgerschool
„werd gedaan:
„1897 -1898. aanschaffing van nieuwe banken, reorgani
satie van de physische en natuurhistorische cabinetten
„1899. toelating van vrouwelijke leerlingen
„1899. splitsing der eerste klasse in twee afdeelingen
„1900. splitsing der tweede klasse in twee afdeelingen
„1901. splitsing der derde klasse in twee afdeelingen een
„nieuw schoolgebouw met gymnastiekgebouw gesticht;
„1902. invoering eener nieuwe salarisregeling, tengevolge
„van de regeling der jaarwedden van de leeraren aan de
„rijks hoogere burgerscholen
„1903. uitbreiding van het het gymnastieklokaal
„1904. splitsing der vierde klasse in twee afdeelingen en;
„1905. splitsing der vijfde klasse in twee afdeelingen.
„Enkel de splitsing van vierde en vijfde klasse kost de
„gemeente meer dan 4000,'sjaars.
„De raad had zich gevleid, dat de regeering, het on
billijke erkennende van den tegenwoordigen toestand, de
„subsidie zoo belangrijk zou hebben verhoogd, dat de ge-
„meente niet in de noodzakelijkheid zou gebracht zijn,
„wegens de hooge uitgaven ten behoeve der hoogere
„burgerschool, den hoofdelijken omslag te verhoogen, doch
„verhooging van subsidie heeft niet plaats gehad, en be
scheiden dient hierbij gevoegd, dat de raad zelfs van
„Uwer Excellentie's ambtsvoorganger geen antwoord heeft
„mogen ontvangen, terwijl in 1906 de subsidie van de
„hoogere burgeschool te Tiel en te Arnhem tot f 10C00,
„werd verhoogd en in 1907 voor Hoorn en Veendam, Coe-
vorden en Steenwijk rijksscholen werden voorgesteld. De
„gemeente is niet meer in staat de school behoorlijk te
„blijven inrichten. In een onlangs ontvangen rapport be-
„pleit de commissie van toezicht op het middelbaar onder-
„wijs alhier splitsing der eerste en tweede klasse en
„zoo mogelijk der derde klasse elk in drie afdeelingen.
„De commissie constateert zeer terecht, dat 58 leerlingen
