114 25 April 1908. „zin aan burgemeester en wethouders van Teteringen te „antwoorden." De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae- advies kan vereenigen. De heer VERSCHRAAGE wijst erop, dat in het prac- advies zoo maar in eens la mort sans phrase over de Koninginnestraat wordt uitgesproken. Spreker is er niet voor, om eene hand, die toegestoken wordt, zonder meer te weigeren. Men had eerst wel eens kunnen vragen, wat Teteringen wil en hoeveel die gemeente wenscht bij te dragen. Nu weet men van niets. Later zou men van deze weigering wellicht spijt kunnen hebben. De heer ROMBOUTS geeft in overweging, deze zaak in besloten zitting te behandelen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 29. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij in overweging gevende eene raadscommissie te benoemen, belast met het onderzoek, welke gemeentewerken door haar voor openbare aanbesteding worden vatbaar geacht, en als leden dier commissie aanbevelende de heeren H. A. Sassen, J. Lijdsjvian, J. J. L. Teychinë, J. R. baron van Keppel en W. J. Slechtriem. De voorzitter stelt deze zaak aan de orde. De heer SASSEN wijst erop, dat bij de behandeling der gemeente-begrooting de toezegging is gedaan, dat bij andere gemeenten inlichtingen zouden worden gevraagd over de wijze van aanbesteding van gemeentewerken. Het is spreker niet bekend, in hoever aan die toezegging is gevolg gegeven en welke de resultaten daarvan zijn. De voorzitter antwoordt hierop, dat van verschil lende gemeenten concept-aanbestedingsvoorwaarden zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 114