11 11 Januari 1908. Spreker vraagt, of de raad kan goedvinden het adres te ver zenden naar de gascommissie. De heer MEEUWESEN acht dit niet noodig. Men kan het adres "voor kennisgeving aannemen. De heer BLOEMARTS zegt, dat door den heer van Kerk- oerle aanvankelijk eene geneeskundige verklaring is overgelegd. Wijl men den man geregeld zag wandelen, meende de com missie maandelijks eene dergelijke verklaring te moeten vor deren, waardoor hij zich gegriefd acht. Thans blijkt echter, dat hedenochtend een nieuw attest van dr. Bijnen is ingekomen. Nadat over deze zaak nog eenige onderlinge gedachten- wisseling heeft plaats gehad, wordt besloten het adres te verzenden naar de commissie van bijstand in het beheer der gasfabriek en waterleiding. 13. Voorstel van burgemeester en wethouders in verband met de uitvaardiging van een bouwverbod, overeenkomstig art. 27 der woningwet, luidende als volgt: „In uwe vergadering van den 11. Augustus 1907 hadden „wij de eer, ingevolge art. 27 van de woningwet, U in over weging te geven, het daarbij bedoelde bouwverbod uit te „vaardigen, onder overlegging van de daarbij vereischte stuk- „ken en een ontwerp-raadsbesluit. „Nadien hebben wij te dier zake het advies gevraagd van de „gezondheidscommissie voor de gemeente Bredawelke ons „berichtte, dat zij, wat de zorg voor de volksgezondheid „aanging, tegen het ontwerp-besluit geen bezwaar had. „Voorts hebben de stukken openbaar ter visie gelegen, „doch bezwaren daartegen zijn niet ingekomen. „De tijd is alsnu gekomen, dat het raadsbesluit kan worden „vastgesteld, waartoe wij de eer hebben weder alle stukken „hierbij aan U over te leggen. „Met instandhouding van ons schrijven van den 30. Juli „1907, no. 1453, bevattende het ontwerp-raadsbesluit en de „toelichting ervan, wenschen wij, ter plaatse waar sprake is -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 11