2 Mei 1908. /«w Tegenwoordig de heeren J. J. L. TEYCHINÉ, A. A. A. MEEUWESEN, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM, P. A. F. DE BONT, mr. P. M. J. E. BLOEM- ARTS, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ en jhr. mr. A. REIGERSMAN. Afwezig de heeren J. A. J. W. VAN HAL, A. J. A. VER- SCIIRAGE en mr. W. INGENHOUSZ. Twee vacatures. Voorzitter de heer mr. E. P.VAN LANSCHOT, burgemeester. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 25 April 1908 nog niet gedrukt zijn, weshalve hij voorstelt, de vaststelling daarvan tot eenc volgende vergadering aan te houden. Dienovereenkomstig wordt besloten. De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer mr. W. IngenHousz, berichtende, dat hij door uitstedigheid verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde Ingekomen stukken. 1. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 133