23 Mfj 1908. 163 „dus ongeveer eene maand geleden, reeds besteld was", „onjuist is. „In de tweede plaats, dat voor zijne aan de fabriek te „kennen gegeven verwondering over het feit, dat hem „slechts 15 korting werd toegestaan, geen grond hoe genaamd aanwezig was met het oog op den brief der „fabriek van 26 November 1906, en die verwondering alleen „verklaarbaar wordt door aan te nemen, dat den heer „Segers de inhoud van dat schrijven niet meer voor den „geest stond. „Eindelijk is het in het licht der bovenstaande feiten „ten eenenmale onverklaarbaar hoe de heer Segers in zijne „missive van 24 Maart j.l. aan den heer Df. Bont kan „schrijven: „de Vereinigte Feuerwehr Ger. Fabriek zond „een factuur aan de gemeente over het volle bedrag, doch zij had er eene moeten {in)dienen met aftrek der io „De vraag rijst tochindien die opmerking ('t geen „blijkens de gevoerde correspondentie niet het geval is) „juist ware, waarom is zij door den heer Segers dan niet „gemaakt toen hem de vraag gesteld werd of de factuur „betaald kon worden? „Ook hier heeft de heer Segers zich kennelijk, waar schijnlijk tengevolge eener verkeerde opvatting der cor respondentie, vergist. „Resumeerende, stellen wij op grond van het door ons „ingesteld onderzoek als onbetwistbaar vast „dat de fabriek, omdat de heer Segers zich, met de be doeling de gemeente te bevoordeelen, als wederverkooper „voordeed, hem heeft toegezegd eene korting van 25 „op de prijzen in de prijscourant voor brandladders en „bijbehooren genoteerd; „dat de fabriek deze korting bij haar schrijven van 26 „November 1906, wegens prijsverhooging van grondstoffen „en loonen, heeft verminderd tot op 15 lang vóórdat „de architect in de aangelegenheid was betrokken, daar, „zooals blijkt uit het schrijven van 18 December 1907 van» „den heer Segers aan den burgemeester, de correspon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 163