164 23 Mei 1908. „dentie geheel buiten medeweten van eenig ambtenaar „geschied is „dat de ladder zelve en de onderdeden van betere of andere „constructie door den vertegenwoordiger der fabriek is aan geboden voor de prijzen in de prijs-courant vermeld en dat „zoowel de heer Segers als de architect èn wat constructie „èn wat prijs betreft met dat aanbod accoord gingen dat vanaf dat onderhoud met den vertegenwoordiger, „de heer Segers wist, dat de ladder op grond der bestaande „verordening, voor 't geval de fabriek het aanbod van „haren vertegenwoordiger bevestigde, door den architect a „zoude worden besteld „dat, al moge nu de heer Segers van de bevestiging „van het aanbod des vertegenwoordigers door de fabriek „en de daarop gevolgde bestelling door den architect on kundig zijn geweest, in allen gevalle zoodra de ladder in „de maand Augustus te Breda is aangekomen, 't geen den „heer Segers dadelijk is bekend geworden, den heer Segers „dan toch is gebleken, dat de ladder, vermits de bestelling niet door hem zelf was geschied, door den architect was „besteld „eindelijk, dat de heer Segers door inzage der factuur „zich heeft overtuigd, dat deze conform de overeenkomst „was en dit aan den architect heeft te kennen gegeven en „dat de fabriek overeenkomstig hare toezegging den heer „Segers 15 °/0 korting in eene naar boven afgeronde som „van M 250,heeft toegezonden, van welke som, volgens „de bedoeling althans der fabriek, door hem twee derde „aan de gemeente moest worden afgedragen. „Wij twijfelen niet, of het bovenstaande zal ook in uw „oog volkomen onze conclusie wettigen, dat voor de door „het schrijven des heeren Segers onwillens op den ge beente-architect geworpen verdenking, schijn noch scha- „duw van grond bestaat. „Nog in sterker mate dan in de jongste vergadering „van den raad, betreuren wij het thans, dat de heer De „Bont, in weerwil van zijne aan ons college gedane toe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 164