1 Februari 1908.
17
Januari 1908, houdende kennisgeving van het overlijden van
haren echtgenoot J. Koolen, in leven onderwijzer aan de
gemeente-teekenschool alhier.
De voorzitter stelt voor, dezen brief voor kennisgeving
aan te nemen en van dit overlijden tevens mededeeling te
doen aan de commissie van toezicht op het middelbaar on
derwijs alhier.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
4. Proces-verbaal van de op 11 Januari j.l. gedane kasop-
neming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de
boeken regelmatig zijn bijgehouden en het onderzoek der
registers en bescheiden tot geene opmerkingen heeft aanleiding
gegeven, terwijl de ontvangsten over 1907 hebben bedragen
ƒ730 824,895 en de uitgaven ƒ635 951,296, zcodat derhalve
in kas moest zijn een bedrag van ƒ94 873,60. Ten kantore
van den ontvanger is aanwezig bevonden een bedrag van
60 062,85, welk bedrag, met het saldo, bij de Amsterdamsche
Bank aanwezig ter betaling van coupons en uitgelote obli-
batiën, ad 34 810,75, overeenstemt met het hiervoor genoemde
voordeelig saldo.
De voorzitter stelt voor, dit proces-verbaal voor ken
nisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
5. Kohieren wegens gebruik van openbaren gemeentegrond
overeenkomstig de verordening op de heffing van een recht
voor het gebruik van openbaren gemeentegrond, vastgesteld
bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedgekeurd bij ko
ninklijk besluit van 30 December 1902, no. 61, als:
a. van aanwezige spoorstaven, opgemaakt krachtens art. 2
sub E van gemelde verordening, ten bedrage van
73,25
b. van aanwezige kluizen enz., opgemaakt krachtens art.
2 sub C van gemelde verordening, ten bedrage van
ƒ46,en