182 20 Juni 1908. „ontwerpen eener geheel nieuwe verordening, omdat ons „bleek, dat de bestaande verordening, behalve ten aanzien „van de verlangde eigen aangifteook op andere punten „herziening behoefde. „Omtrent eigen aangifte kan verschil van gevoelen be- staan, doch wij hebben gemeend, te meer, wijl meermalen „van eigen aangifte sprake was, overeenkomstig den wensch „van den gemeenteraad te moeten handelen. „Onder aanbieding van voorbedoelde verordening, hebben „wij de eer U in overweging te geven, deze te laten druk- „kcn, met het doel, aan ieder der leden een exemplaar ervan „uit te reiken en vervolgens de verordening te behandelen „op een nader te bepalen dag, doch zóó tijdig, dat zij, „wanneer ze uwe goedkeuring heeft verworven, in het „volgend jaar kan worden in werking gesteld." De voorzitter vraagt, of de raad kan goedvinden de ontwerp-verordening te laten drukken, met het doel daar na aan ieder der leden een exemplaar ervan rond te zenden. Hij verzoekt den leden, die wijzigingen of amen dementen hebben voor tc stellen, deze vóór 15 Juli a. s. bij burgemeester en wethouders in te dienen. De heer mr. W. INGENH3USZ vraagt, wanneer de ge drukte verordening zal worden rondgezonden. De heer MEEUWESEN wenscht den tijd van indiening van eventueele wijzigingen of amendementen gaarne bepaald te zien op 1 Augustus a.s. De voorzitter, beide sprekers beantwoordende, zegt, dat de verordening binnen eene week aan de leden zal worden toegezonden, doch vreest, wanneer wordt ingegaan op het verlangen van den heer Meeuwesen, de verorde ning op 1 Januari a.s. nog niet koninklijk zal zijn goedge keurd en ze dus met dezen datum niet in werking zal kunnen worden gesteld. Spreker meent, dat eene tijdruimte van meer dan 14 dagen voldoende is, om de verordening in studie tc nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 182