20 Juni 1908. 189 „Geheel uit eigen beweging en zonder daartoe aan ons „machtiging of goedkeuring te hebben gevraagd, heeft „adressant alstoen 200 stalen stiften bijgeleverd, waardoor „intusschen geen de minste vertraging in het werk is ont- staan, daar adressant deze stiften in voorraad had. „Al erkennen wij gaarne, zooals ook nader uit dit rapport „zal blijken, dat adressant zich als een coulant aannemer „heeft doen kennen, verzwegen worden mag evenmin, dat, „vermits door het grootcr aantal stiften de trommel ver zwaard en daardoor de uitlichting der hamers, dat is „derhalve de goede gang van het speelwerk, waarvoor „adressant had in te staan, bevorderd wordt, ook zijn „eigenbelang bij de bijlevering der 200 stiften betrokken was. „5°. dat bij liet gieten van de trommeldeze bij eerste gieting was mislukt. „Uit een door ons ingesteld onderzoek, is ons gebleken, „dat inderdaad de bij een uitstekend bekend staande firma „bestelde trommel bij de eerste gieting is mislukt. „Naar onze meening bestaan er wel termen, om dit feit „als een geval van overmacht aan te merken. „Iladde dit geval zich niet voorgedaan, dan zoude het „werk zeer waarschijnlijk niet meer dan éénc maand te „laat zijn opgeleverd. „Tengevolge van het niet tijdig aanwezig zijn der trorn- „mel, konden nu echter de ter totstandkoming van het „werk in den toren te verrichten werkzaamheden niet in „de maanden Augustus, September en October uitgevoerd „worden, terwijl het ondoenlijk was deze werkzaamheden „in de maanden November, December en Januari te ver- Zichten. „Op dezen grond komt het ons billijk voor het aantal „dagen, verloopen tusschen 1 October 1907, op welken „dag het werk had behooren te worden opgeleverd, en 21 „Maart 1908, waarop het opgeleverd is, zijnde 145 dagen, „te verminderen met het aantal dagen, zijnde 105, waarop „adressant, tengevolge van omstandigheden buiten zijn wil, „in den toren geene werkzaamheden heeft kunnen verrich-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 189