t9
8 Augustus 1908.
Tegenwoordig de heeren J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W.
INGENHOUSZ, A. A. A. MEEUWESEN, F. .J. M. HEIJ-
LAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM, P. A. F. DE BONT,
J. A. H. VAN DEN BRINK, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS,
W. G. II. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, W. J. SLECHT-
RIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A.
SASSEN, J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ en jhr. mr.
A. REIGERSMAN.
Afwezig de heeren J. A. J. W. VAN HAL en A. J. A.
VERSCHRAAGE.
Eéne vacature.
Voorzitter de heer mr. E. P.VAN LANSCHOT, burgemeester.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat
de notulen van het verhandelde in de vergadering van
20 Juni 1908, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van
het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage
voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk
zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog
voorlezing daarvan verlangt of cenige bemerkingen daar
tegen in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen
van voormelde vergadering goedgekeurd en vast
gesteld.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde