8 Augustus 1908.
213
Hiertoe besloten zijnde en nadat de raad zijn verlangen
had te kennen gegeven, dat de voorzitter die com
missieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig
benoemd de heeren H. A. Sassen, J. Lijdsman en J. M.
IngenHousz.
Nadat de commissie, met het onderzoek belast, zich tot
dat einde verwijderd heeft, wordt de vergadering voor
eenige oogenblikken geschorst.
Het onderzoek afgeloopen zijnde en na heropening der
vergadering rapporteert de commissie, bij monde van den
heer SASSEN, dat zij de geloofsbrieven van den heer Smits
in orde heeft bevonden en mitsdien adviseert, hem toe te
laten tot lid van den raad.
De voorzitter dankt de commissie voor het gehou
den onderzoek en uitgebracht rapport en stelt voor, over
eenkomstig de conclusie daarvan, den heer F. A. M. J. Smits
voornoemd toe te laten als lid van den raad.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereen
komstig besloten, zullende van dit besluit aan de
gedeputeerde staten dezer provincie en den toe-
gelatene worden kennis gegeven en laatstgenoemde
tegen de eerstvolgende vergadering worden op
geroepen, om te worden beëedigd en zitting te
nemen.
26. Adres van F. C. Schroder en andere kleinhande
laren in aardappelen alhier, verzoekende den verkoop van
aardappelen op den wal door schippers te beletten.
De voorzitter stelt voor, dit adres te verzenden
aan burgemeester en wethouders om prae-advies
Waartoe besloten wordt.
27. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
daarbij, onder overlegging van teekening en begrooting