216 8 Augustus 1908. en wethouders. Inmiddels heeft spreker echter van de commissie vernomen, dat het in hare bedoeling ligt, dit jaar een groot feest te organiseercn. Wil dit feest goed slagen, dan is eene subsidie van 500,hard noodig. Uit het prac-advies blijkt, dat burgemeester en wethouders aarzelen de volle gevraagde subsidie toe te staan. Spreker concludeert hieruit, dat zij de gevraagde f 500,wel zou den willen toekennen, doch dat zij eenigszins bevreesd zijn voor de gevolgen. Waar echter vaststaat, dat de commissie een volgend jaar niet opnieuw om subsidie bij de gemeente zal aankloppen, stelt spreker voor, aan de commissie de gevraagde f 500,te verleenen. De heer VAN DEN BRINK zegt, dat hier geld gevraagd wordt voor een feest ter huldiging van het Oranjehuis. Spreker is hier aanwezig als geprononceerd democraat en heeft zich dus afgevraagd, of er voor de democratie rede nen bestaan om te juichen. Spreker haalt de getuigenis aan van dr. Nijhoff, die een geschiedboek heeft geschreven over het Oranjehuis, welk werk bij de troonsbestijging van de tegenwoordige Koningin w hm/ werd uitgegeven/®' fV Uit dit werk leest spreker eenige citaten voor, waaruit ,/g blijkt, dat de democratie aan het Oranjehuis niets te dan- y tf J ken heeft. Prins Willem van Oranje heeft wel getracht den t invloed van het volk grooter te doen worden, doch is daarin niet geslaagd. Zelfs in de stadhouderlijke tijdperken vermeerderde de volksinvloed niet e iHxivurWvi jn datzelfde werk, handelende over de regeering van Koning Willem I, wijst de schrijver erop, dat ook het volk daaraan weinig heeft te danken In plaats van volksrechten, werd, onder het masker van eenige schoonklinkende woor- den, het oude regime gehandhaafd. Dat alles zegt een bourgeois-schrijver, geen sociaal democraat. Ook bij de herziening der grondwet in 1848 en in 1887 werden de rechten van het volk niet voldoende gewaar borgd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 216