Z.w?. 222 8 Augustus 1908. wethouders en van de voorwaarden aan dezen aankoop verbonden, waarbij ook rekening is gehouden met het aesthetisch gedeelte der verbouwing. Ofschoon spreker overtuigd is, dat het algemeen toezicht bij burgemeester en wethouders in goede handen is, zou hij hun toch in overweging willen geven op het punt van aesthetica bij zonder te willen toezien en niet enkel te steunen op het advies der gewone ambtenaren. Er moet naar gestreefd worden, iets tot stand te brengen, wat niet ridicule is. Spreker dringt daar vooral op aan. De heer LIJDSMAN brengt, naar aanleiding der opmer king van den heer Van den Brink, in het midden, dat er de vorige maal geen gelegenheid bestond, om ook het bovengedeelte bij te koopen. Men heeft toen genomen, wat men krijgen kon, en daarbij moest de veiligheid voor gaan. Nu echter ook kan gelet worden op het schoon heidsgevoel, is spreker nog beter tevreden. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethou ders gaarne met de wenschen van den heer Van Keppel rekening zullen houden en vooraf de bouwcommissie zullen hooren. De heer VAN DEN BRINK wenscht aanteekening in de notulen, dat hij tegen dezen aankoop is. Waarna besloten wordt van B. Th. J. Somers te Breda aan te koopen het bovengedeelte van den voorgeve! van het gebouw, staande aan den hoek van de Ridderstraat en de Eindstraat, kada straal bekend sectie B, n°. 918, voor zoover dit gedeelte, ingevolge overeenkomst krachtens raads besluit van 7 Maart 1908, buiten den voorgevel mocht blijven uitsteken, en zulks voor de som van zeven honderd vijftig gulden en verder onder de volgende voorwaarden a. dat de verkooper zich verbindt om vóór 26 Maart 1909 den geheelen voorgevel van ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 222