/y
224 8 Augustus 1908.
36. Adres van J. A. Mol te Bredadaarbij aan de ge
meente te koop aanbiedende eene strook grond, gelegen
voor zijne panden aan den Wilhelminasingel.
Bij dit adres is gevoegd eene ontwerp-overeenkomst,
bevattende de voorwaarden, welke burgemeester en wet
houders aan dezen koop wenschen te verbinden.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met den voor
gestelden koop kan vereenigen.
De heer VAN DEN BRINK zegt, dat hij bij een per
soonlijk onderzoek ter plaatse tot de bevinding is gekomen,
dat de gemeente geen belang heeft bij dezen aankoop.
De heer mr. W. INGENHOUSZ vraagt, of dit voorstel
nog een uitvloeisel is van de bekende rooilijn-geschiedenis
ter plaatse.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend Spreker
verklaart nader, dat de gemeente wel belang heeft bij
dezen aankoop. Anders zou er kans bestaan hebben, dat
de gemeente de rij boomen aan den Wilhelminasingel zou
moeten rooien.
De heer VAN DEN BRINK verzoekt aanteekening in de
notulen, dat hij tegen dezen aankoop is
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
van J. A. Mol te Breda aan te koopen ongeveer
90 centiaren grond, deel uitmakende van het per
ceel aan den Wilhelminasingel, kadastraal bekend
sectie B, n°. 5777, en zulks voor eene som van
twee honderd zeventig gulden en verder onder
voorwaarde, dat de kosten, vallende op de daar
van op te maken akte, voor rekening zijn der
gemeente.
37. Schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant
geleidende een bezwaarschrift van L. J. M. Eskes alhier,