8 Augustus 1908. 225 tegen zijn aanslag in den hoofdelijken omslag dezer ge meente voor het dienstjaar 1908. De voorzitter vraagt, of de raad zich met het ontwerp-antwoord van burgemeester en wethouders kan vereenigen. Zonder eenige bedenking wordt gemeld ontwerp goedgekeurd. 38. Behandeling van de ontwerp-verordening op den hoofdelijken omslag in deze gemeente met de daarop in gediende amendementen. De voorzitter opent de beraadslagingen en stelt voor te beginnen met de algemeene beschouwingen, om daarna de verordening artikelsgewijze te behandelen. De heer VAN DEN BRINK betoogt, dat iedereen zal moeten toegeven, dat de raad thans staat voor een ge wichtig stuk van gemeentelijke wetgeving. Een der voor naamste punten is de aftrek voor noodzakelijk levenson derhoud Doch dat is geen beginselpunt. Daartoe behooren twee zaken, namelijk de eigen aangifte en de progressieve heffing. Waar bij de behandeling der gemeente-begrooting voor 1908 de wenschelijkheid was uitgesproken, dat eigen aan gifte zou worden ingevoerd, moet spreker het in het dage- lijksch bestuur waardeeren, dat zoo spoedig aan dien wensch is tegemoet gekomen. Dat is ten minste een stap vooruit. Wat de kwestie van progressie aangaat, meent spreker, dat de raad zich daarover nog niet heeft uitgesproken. In dit concrete geval is door spreker een amendement inge diend naar het model van Zaandam. Nu is hem gebleken, dat ook nog door andere leden amendementen op de ver ordening zijn ingediend, doch geen enkel, hetwelk de strek king heeft eener progressieve heffing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 225