226 8 Augustus 1908.
Spreker meent dan ook, dat het den ontwikkelingsgang
zou bevorderen en de discussiën bekorten, wanneer de raad
zich eerst over dit punt uitsprak.
In verband hiermede trekt spreker zijn amendement op
artikel 7 in en stelt voor de volgende motie
„De raad der gemeente Breda
„in zijne vergadering van 8 Augustus 1908 vaststellende
„het besluit tot het heffen van een hoofdelijkcn omslag in
„de gemeente Bredain welk besluit het beginsel van
„eigen aangifte is opgenomen
„Spreekt als zijnen wensch uit, dat burgemeester en
„wethouders eveneens in de naaste toekomst progressie
„in de heffing zullen voorstellen."
Deze motie wordt niet ondersteund en kan alzoo geen
onderwerp van beraadslaging uitmaken.
De heer SASSEN zegt, dat het niet in zijne bedoeling
ligt in algemeene beschouwingen te treden. Toch wil spre
ker eenige opmerkingen van algemeenen aard niet terug
houden, en moet dan allereerst verklaren, dat hij burge
meester en wethouders geen compliment kan maken, dat
zij eigen aangifte hebben voorgesteld.
Wel is bij de behandeling der gemeente-begrooting dit
punt in twee afdeclingen besproken, doch daardoor is nog
niet uitgemaakt, dat er eene meerderheid voor in den raad
gevonden is. Spreker meent dan ook, dat burgemeester
en wethouders te lichtvaardig hebben gehandeld en de
kwestie niet ernstig genoeg overwogen hebben.
Bovendien is invoering van eigen aangifte op dit oogen-
blik niet gewenscht en had men eene afwachtende houding
moeten aannemen.
Naar aanleiding van het rapport der staatscommissie
voor de gemeente-financiën, zijn bij de regeering voorstellen
in overweging, om in den financieelen nood der gemeenten
te voorzien. Wie weet, welke daarvan de resultaten zullen zijn.
In de toelichting voeren burgemeester en wethouders
geen enkel motief aan voor de indiening van dit ontwerp.