r.
8 Augustus 1908. 227
Alleen wordt gezegd, dat er twee afdeelingen voor waren.
Maar burgemeester en wethouders hadden een zelfstandig
standpunt moeten innemen.
Verder acht spreker de verordening buitengewoon fiscaal.
Men wil de belastingplichtigen dwingen doch de eerlijkheid
der burgers kan niet gedwongen worden.
Spreker verwacht ook, dat het belastbaar vermogen bij
eigen aangifte zal gaan dalen. Verschillende belastingschul
digen, ofschoon te hoog aangeslagen, berusten nu in den
aanslag, terwijl ook de aftrek grooter wordt.
Het gevolg hiervan zal zijn, dat het percentage stijgen
zal tot 31/* Spreker zal dan ook tegen de verordening
-stemmen, ofschoon hij wil trachten door amendementen de
verordening te verbeteren.
De heer MEEUWESEN moet hulde brengen aan bur
gemeester en wethouders voor de spoedige indiening dezer
verordening. Ofschoon behoorende tot het driemanschap,
dat amendementen op de verordening heeft ingediend, kan
spreker toch niet nalaten, het ontwerp toe te juichen,
wijl het stelsel van eigen aangifte daarin is opgenomen.
Toch meent spreker, dat men de eigen aangifte niet al
te streng moet opvatten. Het moet den belastingschuldige
zoo gemakkelijk mogelijk worden gemaakt, zoodat eigen
aangifte niet bindend en niet kwellend werkt. Spreker heeft
getracht dit neer te leggen in een der amendementen.
Een ander voornaam punt is het beginsel van progressie.
Ofschoon eene progressieve heffing in verschillende ge
meenten bestaat en in sommige zelfs hoog is opgevoerd,
acht spreker die heffing voor Breda allerminst gewenscht.
Volgens het voorstel van den heer Van den Brink zou
den de 80 hoogstaangeslagenen, dat zijn zij, wier inkomen
7000,en meer bedraagt, f 52000,— betalen, d.i. 40 °/0
van de geheele opbrengst. De overige 5200 aangeslagenen
zouden dan de rest of 60 betalen.
In sommige plaatsen, zooals Zaandamkan eene pro
gressieve heffing gewenscht zijn. Daar behoeft men niet
te vreezen, dat de menschen verhuizen.