8 Augustus 1908. 231
„houd van gebouwde eigendommen, echter tot geen hooger
„bedrag dan 15 der bruto-opbrengstbij eigen gebruik
„tot geen hooger bedrag dan 15 u/0 van de huurwaarde
„volgens de personeele belasting, benevens de kosten van
„verzekering tegen brandschade van deze;"
De heer SASSEN, zijn amendement verdedigende, be
schouwt grondbelasting op de eerste plaats geschikt voor
aftrek. Men kan grondbelasting moeten betalen zonderdat
men er de vruchten van trekt. Dat personeele belasting
niet voor aftrek in aanmerking kan komen, is iets anders.
Dat is eene vertcrings-bclasting. De grondbelasting drukt
veel op den kleinen man. Spreker begrijpt dan ook niet,
dat burgemeester en wethouders de dijk- en polderlasten
wel, maar de grondbelasting niet voor aftrek in aanmer
king willen brengen.
De heer BLOEMARTS bestrijdt de meening van den
heer Sassen. Burgemeester en wethouders hebben den
aftrek willen beperken tot zoodanige uitgaven, welke
strekken om het inkomen te produceeren of de productie
te verhoogen. Andere belastingen wcnscht men dus niet
voor aftrek in aanmerking te doen komen. Dat men dijk
en polderlasten laat aftrekken, is zeer begrijpelijk. Dat zijn
geen belastingen, 't Is alleen de klank, die eenig verband
schept. Het zijn onderhoudskosten, die volstrekt niet met
belastingen kunnen worden gelijk gesteld. Wil men de
grondbelasting doen aftrekken, dan moet men alle andere
belastingen daarvoor in aanmerking brengen. Hierdoor zal
men den kleinen belastingbetaler slechts weinig te hulp
komen, terwijl het belastbaar vermogen er belangrijk-door
verminderen zal. Spreker zou het voor deze gemeente dan
ook een gevaarlijk spel achten.
De heer SASSBIN is het niet eens met den heer Bloem-
arts. Men moet thans belasting betalen van grondbelasting.
Dat is hoogst onbillijk De grondbelasting is niet te ver
gelijken met andere belastingen. Zij is zeer drukkend voor