1 Februari 1908.
23 v-
meer mag gebezigd worden, werkt men de agitatie in de hand
en wordt de propaganda voor deze beweging in ieder geval
gesterkt.
De heer MEEUWESEN wijst erop, dat de onderwerpelijke
zaak reeds heel wat pennen in beweging heeft gebracht, doch
de menigte voelt zeer weinig voor deze agitatie. Het is eene
agitatie van sociaal-democratische zijde. De, kwestie werd het
eerst ter sprake gebracht door den heer Helsdingen in den
Arnhemschen gemeenteraad. Onder den oratorischen druk be
sloot de raad dier gemeente toen, om het loodwit te verbieden.
Arnhem staat hierin echter alleen. In andere gemeenten werd
ofwel afwijzend op het verzoek beschikt, ófwel besloten het
eindrapport der staatscommissie af te wachten.
Spreker noemt het onjuist, dat loodwit-vergiftiging veelvul
dig voorkomt. Zij komt zeer zelden voor en de deskundigen
achten reglementeering voor het gebruik van loodwit voldoende.
Spreker wil slechts in herinnering brengen hetgeen door
hem over deze zaak is gezegd in de vergadering van 26
October 1907, te weten over de resultaten van het sociaal-
hygiënisch congres te Berlijntot welk einde door hem enkele
zinsneden van het toen gesprokene worden voorgelezen.
Verder wijst spreker op de verschillende geschriften, welke
over de onderwerpelijke zaak zijn verschenen, o. a. op de
brochure van de sociaal-technische vereeniging van democra
tische ingenieurs en architecten, waarin eene passage voorkomt,
welke de uitspraak van voornoemd congres bevestigt, en over
hetgeen in Frankrijk ten opzichte van deze kwestie is ge
schreven en waaruit blijkt, dat bij voldoende maatregelen
loodwit onschadelijk is.
Spreker heeft met opzet eenige passages uit die geschriften
willen voorlezen, omdat zij komen van een kant, waar men
het gebruik van loodwit verbieden wil.
Ook is nog ingekomen een boekje van den bond van
schilderspatroons, waarin erop gewezen wordt, dat de heele
zaak berust op eene agitatie, uitgaande van sociaal-democra
tische zijde.