4/' 242 8 Augustus 1908. De heer J. M. INGENHOUSZ, regent van gemeld gesticht, wenscht geacht te worden niet tot dit besluit te hebben medegewerkt. 2. Door den heer VAN KEPPEL wordt namens de com missie, belast geweest met het onderzoek der rekening van het burgerlijk armbestuur over 1907, gerapporteerd, dat zij die rekening met de bijlagen heeft nagezien en, ondanks aan gewende moeite, niet in staat is geweest daarin eenige onnauw keurigheid te ontdekken, weshalve zij voorstelt gemelde reke ning goed te keuren. De voorzitter dankt eveneens de commissie voor het gehouden onderzoek en stelt voor, overeenkomstig de conclusie van het rapport, gemelde rekening goed te keuren. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten, bedra gende gemelde rekening in ontvang 11170,91 en in uitgaaf 10 856,74, sluitende alzoo met een batig slot van 314,17. De heer mr. W. INGENHOUSZ, voorzitter van gemeld armbestuur, wenscht geacht te worden niet tot dit besluit te hebben medegewerkt. 3. Door den voorzitter wordt verslag uitgebracht van de op g Juli 1.1. gehouden herverpachting van staan plaatsen op de eerstvolgende kermis, hebbende deze opge bracht de som van ƒ298,30, welke som met de opbrengst van de eerst gehouden verpachting, ad 5687,69, bedraagt ƒ5985,99, terwijl nog enkele staanplaatsen onverpacht zijn gebleven. Wordende deze mededeeling voor kennisgeving aangenomen. 4. Door den voorzitter wordt verslag uitgebracht van de op 16 Juli j.l. gehouden openbare aanbesteding van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 242