24 1 Februari 1908. Reeds vroeger heeft spreker gezegd, dat hij gaarne bereid is, om al wat goed is, te steunen, al komt het dan ook van sociaal-democratischen kant. Deze zaak lijdt echter aan over drijving en kan daarom door hem niet gesteund worden. Spreker heeft op 11 December j.l. eene vergadering bijge woond te Amsterdamwaarin als spreker optrad dr. Heijermans, sociaal-democraat, met het onderwerp „loodvergiftiging". Deze spreker wees erop, dat vele schilders jicht hebben, als gevolg van den veelvuldigen omgang met loodwit. Spreker ontkent dat. Men kan wel jicht krijgen ook zonder loodvergiftiging. dr. Heijermans wees er ook op, dat, wanneer het loodwit vervangen werd door zinkwit, er dan driemaal zooveel ge schilderd zou moeten worden. De spreker noemde dit juist goed, want dat onderhoudt het werk. Dat is dus de quintessens van de heele zaak. Het komt er niet op aan, of particulieren en gemeenten meer geld moeten uitgeven, als het maar werk geeft. Spreker citeert ook nog eenige zinsneden uit de brochure van den heer Kiewit de Jong, een man van de praktijk, die daarbij tot de conclusie komt, dat de heele kwestie door tal van nevenbedoelingen is opgezweept en gevallen van lood- witvergiftiging niet, of althans zeer zelden voorkomen. Spreker is het daarmede geheel eens en noemt de feiten zeer overdreven en niet bewezen. Als de gemeente ertoe zou overgaan, om het gebruik van loodwit, zij het ook voor binnenwerk, reeds nu te verbieden, dan zou dit voor de gemeente veel duurder uitkomen. Spreker verbaast zich over het prae-advies van burgemeester en wethouders en het advies van de gezondheidscommissie, waar dit zich begeeft op technisch terrein. Allerwegen is de zaak nog in onderzoek en ook de staatscommissie is met haar onderzoek nog niet gereed. Desniettegenstaande hakt de gezondheidscommissie den knoop maar in eens door, wellicht na eene korte beraadslaging van hoogstens 1/i uur en komt zij met het voorstel, om het gebruik van loodwit alvast ge deeltelijk te verbieden. Blijkbaar is daarbij alleen afgegaan op het geschrift van de sociaal-technische vereeniging van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 24