256 F. 1 September 1908.
Niettemin bleek ons later, dat daar soms werken van
„circa f 40 000 in eigen beheer werden uitgevoerd.
„Voor zoover wij konden nagaan, waren de gemeente
raden overal voor aanbesteding en beschouwt men eigen
„beheer of als verouderd öf van te grooten omvang ge
worden, om behoorlijk vruchten af te werpen.
„Dat evenwel voor beide systemen wat te zeggen valt,
„kan worden opgemaakt uit de volgende stellingen, die wij
„wel niet alle als axiomata beschouwen, doch die men
„bij ons onderzoek ten beste gaf en die wij ter nadere
„overweging aanbieden. Wij plaatsen die gemakshalve
„naast elkaar.
,Zoo meent men dan, dat pleiten zou
Vóór eigen beheer.
„1°. Het voordeel, dat anders
„door de aannemers genoten
„wordt.
„2°. Beter werk, daar de
„werklieden geen belang heb-
„ben bij knoeien.
„3°. Men kan zich beter
„bepalen tot het strikt noo-
,.dige en wenschelijke
„4°. Meer geschikte werk
lieden wegens ruime keuze
„bij vast werk en goed loon.
„5°. Minder toezicht noodig
„wat het werk betreft.
Vóór aanbesteding.
1°. De concurrentie der
aannemers leidt tot een mini
mum van kosten.
2°. Toezicht is in beide ge
vallen evenzeer noodig.
Slecht uitgevoerd werk
komt voor rekening van den
aannemer, bij eigen beheer
daarentegen voor de ge
meente.
3°. Meer stelselmatige be
handeling betere overwe
ging van de eischen van het
werk.
4°. Ongeschikte werklie
den kunnen verwijderd wor
den geen bezwaar van on-
noodig gebleken werkkrach
ten.
5°. Minder toezicht noodig
op de hoeveelheid geleverd
werkmedehulp der aan-