1 Februari 1908. 25 democratische ingenieurs en architecten. De vier andere adressen worden in het advies niet aangehaald. Door het prae-advies aan te nemen, zou de raad een uit zonderingsmaatregel in het leven roepen, ofschoon nog abso luut niets bewezen is. Dergelijke maatregelen liggen niet in den aard van ons, vrije Nederlanders. Spreker meent, dat men zich veilig kan richten naar hetgeen door andere publieke lichamen omtrent deze zaak besloten is. Door de reeds genoemde vereeniging van ingenieurs en architecten is een zelfde request gezonden aan de verschillende departementen van algemeen bestuur en aan de voornaamste gemeenten in Nederland. Het gevolg hiervan is, dat de departementen van koloniën, oorlog en marine het loodwit voorloopig zullen blijven gebruiken, mits aangemaakt met olie. Alleen Arnhem is op het adres ingegaan; alle andere gemeenten hebben ofwel afwijzend op het verzoek beschikt, ófwel besloten om het rapport der staatscommissie af te wachten. Spreker wijst er nog op, dat het hem niet te doen is om een oratio pro domowaar hij verklaart, zich niet met het advies der gezondheidscommissie te kunnen vereenigen. Alleen wenscht hij nog in herinnering te brengen de rede, door den heer Van den Biesen deze week in de Eerste Kamer gehouden over de werking der woningwet. De spontane adhaesie, aan dien spreker betuigd, bewijst, dat ons volk geenszins tevreden is met de vexatoire maatregelen, die uit de woningwet en de gezondheidswet voortvloeien. De werking dier wetten is te knellend. Zoo er één vexatoire maatregel is, dan is het voor zeker deze, om de gezondheidscommissie reeds bij voorbaat te laten beslissen over het al of niet gebruik van loodwit. Spreker kan zich derhalve niet vereenigen met het eerste gedeelte van het prae-advies, wel wat betreft het tweede gedeelte, om het advies af te wachten van de staatscommissie, die zeer zeker een met redenen omkleed advies zal uitbrengen. De heer LIJDSMAN zal niet in uitvoerige beschouwingen treden, doch wil enkel mededeelen, dat hij zich niet kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 25