1 f 1 September 190S. 263 t.«-C 1 A r „Worden alle herstellingen en vernieuwingen tevens in ,de bestekken opgenomen, dan zal na een noodzakelijken overgangstermijn een gemakkelijker en beter overzicht ,der werken en derzelver kosten verkregen worden en zeker worden deze laatste daardoor dan ook tot hun ,natuurlijk minimum beperkt. „Uwe commissie acht het daarbij mogelijk, maar ook in ,hooge mate wenschelijk, dat dan ook dit systeem consequent worde doorgevoerd en geene andere werklieden in dienst ,der gemeente gehouden worden dan hoogstens voor eenigc zoogenaamde handlangersdiensten voor de directie. „Eveneens acht uwe commissie het in het belang van ,eene doeltreffende en krachtige behandeling van dezen geheelen tak van dienst, dat, evenals in alle door ons bezochte gemeenten het geval is, ook in onze gemeente ,een der leden van het dagelijksch bestuur meer speciaal belast worde met de aangelegenheden van de openbare werken, die dan door zijne medewerking en controle de Jrait-d'union vormt tusschen de directie en burgemeester ,en wethouders of den raad. „Niet zoozeer toch voor de voorbereiding en beoordeeling „van nieuwe plannen, doch vooral voor den richtigen gang „van den geheelen dienst, acht uwe commissie beter één „persoon in staat ten nutte werkzaam te zijn, dan een „college uit meerdere leden bestaande, waarbij wij nog „bescheidenlijk vermcenen te mogen opmerken, dat, wat de „commissie van bijstand betreft, deze uit den aard der „zaak geen controle kan uitoefenen. „Onze commissie meent zich verder te moeten onthouden „van de bespreking der maatregelen, die tot invoering van „dit systeem zullen noodig zijn, als liggende dit buiten de „strekking van de haar gestelde vraag. „Zij ontveinst zich niet dat daarin ecnige moeielijkhedcn „kunnen gelegen zijn, doch die naar hare meening wel op „eene bevredigende wijze zijn op te lossen Waar toch een „wil is, daar is een weg en met het doel voor oogen zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 263