1 September 1908.
265
De voorzitter wenscht den heer Bloemarts geluk
met het algemeen vertrouwen in hem gesteld en ziet
daarin het bewijs, dat zijn degelijke arbeid in het college
van burgemeester en wethouders algemeen wordt ge
waardeerd.
13. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
daarbij, met het oog op de dit jaar te houden verkiezing
van leden van de kamer van koophandel en fabrieken, in
overweging gevende tot leden van het stembureau te
benoemen de hecren A. P. Scheltusen W. G. H. Rombouts
en tot plaatsvervangende leden de heeren W. J. Slechtriem
en A. F. Smits.
Niemand der leden stemming verlangende, noch
eenige bedenking hebbende tegen het voorstel
van burgemeester en wethouders, wordt besloten
genoemde heeren respectievelijk te benoemen tot
leden en plaatsvervangende leden van het stem
bureau ter verkiezing van leden van de kamer
van koophandel en fabrieken alhier.
14. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
daarbij ter benoeming tot leeraar in dc Duitsche taal aan
de hoogere burgerschool alhier, voorloopig voor het cursus
jaar 19C8 1909, aanbevelende de heeren:
1. D. J. van Enst,
2. H. W. Rutgers,
3. J. W. Weehuizen.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden ingeleverd 16 stembriefjes, die alle blijken
den naam te bevatten van den heer Van Enst.
Zoodat de heer 1) J. van Enst te Breda voor
het cursusjaar 1908/1909 is benoemd tot leeraar
in de Duitsche taal aan de hoogere burgerschool
alhier op de aan die betrekking verbonden jaar-