1 September 1908.
275
B. Verslagen.
1. Door den heer Teychiné wordt namens de commissie,
belast geweest met het onderzoek der gemeente-rekening
over het dienstjaar 1907, gerapporteerd, dat zij die rekening
heeft nagezien en in orde bevonden, weshalve zij voorstelt
haar goed te keuren. Evenwel meent de commissie in
overweging te moeten geven, te willen bevorderen, dat
voortaan van alle ontvangsten ook afzonderlijke bewijs
stukken worden overgelegd. Zoo zijn o.a. bij hoofdstuk
V, art. 17£, „ontvangsten ter zake van onderwerpen, waar
voor geen post op de begrooting is uitgetrokken", ver
schillende gelden verantwoord, waarvan geene bewijsstukken
zijn overgelegd, zooals: teruggaaf van verplegingskosten
voor overleden of ontslagen krankzinnigen en teruggave
van de rijksverzekeringsbank van te veel betaalde premie.
De commissie meende, dat daarran wel bewijsstukken
konden worden overgelegd.
De voorzitter vraagt, of iemand der leden nog eenige
ophelderingen ten aanzien der rekening verlangt, of eenige
bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, stelt de voorzitter voor
om, overeenkomstig de conclusie van het rapport, de re
kening dezer gemeente over het dienstjaar 1907 goed te
keuren en mitsdien vast te stellen:
de ontvangsten opf 844 527,77
de uitgaven op- 789 152,48
sluitende alzoo met een batig saldo van f 55 375,29.
Waartoe met algemeene stemmen besloten wordt.
Burgemeester en wethouders hebben zich van mede
stemmen onthouden.
Voorts worden goedgekeurd de volgende staten van on
inbare posten en nog te verhalen posten, te weten: