284
26 September 1908.
voor zijne rekening en risico komt, ook al zouden
die herstellingen eene geheele vernieling van het
gebouw ten gevolge hebben
b. dat adressant verplicht zal zijn eene op zegel
gestelde verklaring af te geven, dat hij de sub a
gestelde voorwaarde onvoorwaardelijk aanneemt
en nooit of nimmer aan de gemeente eenige
moeielijkheden zal in den weg leggen, om de
eventueel noodige herstellingen aan het riool, lig
gende onder of naast zijn gebouw, te verrichten,
veel minder ooit dienaangaande op eenige vergoe
ding van schade aan zijn gebouw zal aanspraak
maken
c. dat de vergunning zal worden opgemaakt
in dubbel en één exemplaar daarvan zal worden
uitgereikt aan den adressant tot kennisgeving, ter
wijl het tweede exemplaar, waaraan de sub b
gestelde verklaring zal worden vastgehecht, in het
archief der gemeente zal worden gedeponeerd
d. dat de kosten, aan deze vergunning verbonden,
komen ten laste van den verzoeker.
8. Schrijven van de commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs alhier, daarbij, ter vervanging van den
heer H. F. Thijssen, ter benoeming tot lid dier commissie
aanbevelende de heeren
1°. H. J. A. Feber, kapitein der artillerie, hoofd van
onderwijs aan de koninklijke militaire academie;
2°. E. J. M. de Bruijn, directeur der Zuider-hypotheek-
bank.
Wordt overgegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt den heeren Rombouts en
Bloemarts als stemopnemers te willen fungecren.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 14 op den
heer Feber en 5 op den heer De Bruijn.