26 September 1908.
285
Zoodat is benoemd tot lid der commissie van
toezicht op het middelbaar onderwijs alhier de
heer H. J. A. Feber, en zulks voor den tijd, dat
de heer Thijssen nog zitting zoude gehad hebben.
9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
daarbij, met overlegging van het bericht van het hoofd der
school en van het advies -van den arrondissements-school-
opzicncr, ter benoeming tot onderwijzeres in de nuttige
handwerken voor meisjes aan de openbare school aan de
Middellaan alhier voordragende
1°. mej. W. J. P. de Bie,
2°. J. L. M. Hardenberg,
3°. E. M. F. Lapidaire.
De heer VAN KEPPEL zegt, dat hij bij de voordrachten
niet heeft aangetroffen de sollicitatiestukken van de eerst
voorgèdragene alleen een adres betrekking hebbende op
eene vorige sollicitatie. Zelfs is niet eene akte van be
kwaamheid overgelegd, zoodat de raadsleden zich maar in
goed vertrouwen daarop moeten verlaten. Spreker meent
ook, dat geenc oproeping is geschied en zou daarom wel
in overweging willen geven voortaan eene oproeping van
sollicitanten te doen en aan den raad over te leggen alle
sollitatiestukken, speciaal die van de voorgedragen candi-
daten.
De voorzitter wijst erop, dat de voordracht is op
gemaakt in overleg met het hoofd der school en den
arrondissements-schoolopzicner. Spreker meent intussc.hen,
dat de akte van bekwaamheid van de eerst voorgedragene
wel is ingekomen, doch dat waarschijnlijk verzuimd is, haar
bij de stukken te voegen.
De heer SASSEN vraagt, of geenc oproeping voor deze
betrekking heeft plaats gehad.
De voorzitter antwoordt hierop ontkennend. De
sollicitatiestukken naar eene andere betrekking waren alle-