28 1 Februari 1908. Tegen waren de heeren Verschraage, Heijlaerts, Smits, De Bont, Slechtriem, Staal, Sassen, Lijdsman, Reigersman en Meeuwesen. Vóór waren de heeren Teychiné, Bloemarts, Rombouts, Scheltus en Van Keppel. Zonder hoofdelijke stemming wordt alsnu be sloten het definitief rapport van de staatscommissie af' te wachten. 11. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van L. A. Hirdes alhier, verzoekende alle rechten en verplichtingen, voortspruitende uit de raadsbesluiten van 9 December 1905 en 16 Februari 1907, over te dragen aan de naamlooze vennootschap „Maatschappij Boeimeer", luidende dit prae-advies als volgt „In uwe vergadering van 23 November 1907 kwam een „adres ter tafel van L. A. Hirdes, optredende voor zich „in privé en in hoedanigheid van directeur van de naamlooze „vennootschap Maatschappij Boeimeerdaarbij verzoekende, „dat de gemeenteraad moge goedvinden te besluiten, dat „alle rechten en verplichtingen, voortspruitende uit de gemeente raadsbesluiten van 9 December 1905 en 16 Februari 1907, „in verband met de akte van 12 Maart 1907, worden be schouwd te zijn overgedragen aan de voornoemde naamlooze „vennootschap Maatschappij Boeimeer „Het is U bekend, dat het raadsbesluit van 9 December „1905 betreft het leggen eener vaste brug over de rivier de „Bovenmark ter verbinding met den Marksingel, en dkt van „16 Februari 1907 het leveren van gas en water, terwijl met „de akte van 12 Maart 1907 bedoeld wordt die, waarbij om- „trent voormelde levering eene overeenkomst is aangegaan. „Te dezer zake ons prae-advies verlangd zijnde, hebben wij „voormeld verzoek in overweging genomen, doch daartegen „bestaan bij ons geen bedenkingen, zoodat wij de eer hebben „U te adviseeren, daarop gunstig te beschikken."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 28