308
24 October 1908.
ging van den opzichter der volksbadplaats en voor het
schoonmaken van de boterhal.
De heer MEEUWESEN zal niet ingaan op de krachts
termen, door den heer Van den Brink gebezigd, over
bevoorrechting en machteloosheid van het kapitalisme, als
niet ter zake dienende. Spreker wil echter erop wijzen,
dat de loonen der gemeente-werklieden hier meer dan
voldoende zijn.
Bij de cokesmalversatiën aan de gasfabriek, welke onlangs
geconstateerd zijn, waren betrokken 6 werklieden-sjouwers,
die een loon verdienden, afwisselend van ƒ500,tot ƒ600,
per jaar, of gemiddeld 562,per jaar. Dat is dus een
weekloon van ƒ11,hetgeen in den tegenwoordigen tijd
zeer ruim kan genoemd worden. In vele plaatsen worden
dergelijke loonen aan gewone sjouwerlieden niet betaald.
Die menschen hadden dus niet te klagen.
De voorzitter zal evenmin ingaan op hetgeen door
den heer Van den Brink is gezegd aangaande het progressie
stelsel bij den hoofdelijken omslag, wijl deze zaak nog
onlangs bij de behandeling van de nieuwe verordening
breedvoerig is ter sprake gebracht. Spreker wil echter even
stilstaan bij de arbeidsloonen der gemeente-werklieden,
erop wijzende, dat velen hunner kosteloos onderwijs ge
nieten voor hunne kinderen, dat zij het water tegen minde-
deren prijs ontvangen, dat zij vast werk hebben, geen
gevaar loopen op ontslag bij vervulling van militie-of land
weerplichten en jaarlijks in het genot worden gesteld van
4 a 5 vacantiedagen met behoud van loon. Uit verschillende
gegevens blijkt, dat de loonen, die de gemeente betaalt,
in den regel hooger zijn dan die van de particuliere werk
gevers. Dat blijkt o.a. uit de inlichtingsstaten, die burge
meester en wethouders ontvangen bij de aanvragen om
kosteloos onderwijs en uit de aanvragen om vergoeding bij
vervulling van militie- of landweerplichten. Zoo kwam
onlangs in behandeling de aanvrage om vergoeding van