24 October 1908. 317 burgemeester en wethouders. De werklieden zijn hier de directe belanghebbenden. Bij het minste wat de patroon doet, wordt er tegenwoordig wel voor gezorgd, dat daar aan de noodige publiciteit wordt gegeven. De heer mr. W. INGENHOUSZ zegt, dat hij niet vol doende van den inhoud van het contract op de hoogte is, doch acht het niet billijk daarvan tusschentijds opzegging te doen, waar de gemeente zich toch voor drie jaren ver bonden heeft. Een particulier mag dat niet doen en de gemeente behoort het evenmin te doen. Het kan toch mogelijk zijn, dat de drukkers zich verbonden hebben met werklieden en papierleveranciers en door aanschaffing van machinerieën enz. Spreker vraagt, of die opzegging betrekking heeft op alle drukwerken en ook op de papierleverantiën. De voorzitter wijst erop, dat de aannemers onder ling een soort trust gevormd hebben, hetgeen burgemees ter en wethouders willen tegengaan. De heer mr. W. INGENHOUSZ meent, dat burgemees ter en wethouders dan de levering niet hadden moeten gunnen. De heer BLOEMARTS wijst erop, dat niet de gemeente zich voor drie jaar verbonden heeft, maar wel de aanne mers. Daarom hebben zij wellicht wat hooger ingeschreven, dan vroeger het geval was. De gemeente is bevoegd het contract op te zeggen bij het eindigen van ieder jaar. De heer mr. W. INGENHOUSZ herhaalt, dat hij den inhoud van het contract niet kent. Toch meent spreker erop te moeten wijzen, dat er nog nooit gebruik van ge maakt is, om een vrij contract aldus te verbreken. De heer VAN DEN BRINK is van oordeel, dat het beste middel zou zijn, indien burgemeester en wethouders zich op de hoogte gingen stellen voor de oprichting eener

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 317