24 October 19 >8. 329 iets over hebben voor den werkman. Hiertegen moet spreker, als zijnde zulks volkomen onjuist, protesteeren. Het komt hem dan ook voor, dat wanneer dr. Van den Brink zijne krachtstermen o. a. die we zooeven hoorden, als: „machteloos kapitalisme" en „bevoorrechting" der rijken en „uitbuiting van den werkman" gebruikt, hij dan niet spreekt tot ons leden van den raad, maar over onze hoofden heen tot degenen, tot wie hij op parool zijner partij het woord moet voeren. Wat nu het onderwerp dezer bespreking betreft, „de werkloosheid", daaromtrent is spreker het niet eens met burgemeester en wethouders hij is integendeel van mee ning, dat zeer groote werkloosheid voor de deur staat niet nu reeds, doch over eenige maanden. Spreker, die zich te midden van handel en industrie beweegt, kan daarover oordeelen en is overtuigd, dat een tijdperk van geweldige depressie op dat gebied voor de deur staat, waartegen wel degelijk nu reeds maatregelen overwogen moeten wor den, opdat men tijdig zal kunnen ingrijpen. Het is ook wenschelijk, dat dit punt in de gemeenteraden wordt onder de oogen gezien gn besproken. Dat dit zou geschieden, was de verwachting van vele sprekers in het werkloosheid debat der tweede kamer dezer dagen gevoerd. Hij acht het nuttig zijne meening te doen kennen en wel, dat de algemeene oorzaken van de ingetreden crisis zijn Oorlo gen, verkeerde speculaties, overbevolking enz. Voor ons land heeft men nog te wijzen op andere oor zaken van localen aard, als de minder gunstige vakoplei ding, het ondoelmatige ambachtsonderwijs, dat, met hoeveel ijver ook door de onderwijzers gearbeid wordt, slechte resultaten geeft en over 't algemeen beneden peil blijft, o. a. van het onderwijs der Duitsche „Gewerbeschulen", die veel betere ambachtslieden afleveren, waardoor de Duitsche industrie vooraan staat, het werk in ons land verdringt en heel wat arbeid tot schade van onze industrie tot zich trekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 329