338 24 October 1908. „gegeven wordt boven eene geleidelijke invoering van een „eigen dienst, niets verloren. „Welke gegronde reden kan er bestaan meenen bur gemeester en wethouders te mogen vragen om een „eigen keuringsdienst op wellicht meer dan drievoudige kos- „ten en waarvan in elk geval óók de uitkomsten moeten wor- „den afgewacht, te verkiezen boven den door burgemeester „en wethouders voorgestanen, op uitgebreide schaal ingerich- „ten keuringsdienst, werkende met superieure krachten, „wekkend de belangstelling van zoovele gemeenten, en reeds „elders beproefd in zijn deugdelijkheid en goede werking „Waarom, nu de zaak nog verkeert in het stadium van „onderzoek, wat het beste is, 5 000,gevoteerd, wanneer „blijkt en ook voor later zou blijken, dat met eene uitgaaf „van f 2 000,— het beoogde doel zeer goed bereikt wordt „De zaak eischt voorziening, zoo spoedig mogelijk, en „burgemeester en wethouders zouden het dan ook, in het „belang der openbare gezondheid, betreuren, indien hun „weloverwogen voorstel niet 's raads goedkeuring zou mo- „gen verwerven, waardoor niets gepraejudicieerd wordt „voor de toekomst." De heer VAN DEN BRINK acht een keuringsdienst van levensmiddelen heilzaam en noodzakelijk en noemt ver schillende plaatsen op, waar zoodanige keuringen reeds bestaan. Door spreker is in de afdeeling voorgesteld de uitgetrokken som van f 2000,tot f 5000,te verhoo- gen, ten einde een flinken eigen keuringsdienst te kunnen inrichten. Dat die keuringen noodig zijn, bewijst het ver slag van de gezondheidscommissie, waaruit spreker enkele citaten aanhaalt met betrekking tot het plaats gehad heb bend melkonderzoek, het onderzoek van meel enz. Spreker wenscht echter zijn voorstel te wijzigen in dien zin, dat de betrokken post, inplaats van op f 5000,—, op f 3000, zal worden gebracht. Spreker specificeert de kosten en tracht aan te tooncn dat f 3000,voldoende is voor de inrichting van een eigen keuringsdienst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 338