346 24 October 1908. Mijn standpunt is in 't kort ditOver het nut, de nood zakelijkheid van het onderzoek van levensmiddelen is men 't in 't algemeen volmaakt eens, maar waar men nog zoo weinig weet aan wie dat gewichtig werk zal worden toe vertrouwd, niets kennen van de conditiën, den aard, de strekking dier onderzoekingen en ons geen helder begrip kunnen vormen - ik althans niet van de resultaten, de gevolgen (ik zou durven spreken van de moeielijkhedcn, de onaangenaamheden, de groote verantwoordelijkheid te genover de verschillende belangen, die daarmede verband houden), daar kan en mag ik in 't algemeen het voorstel van burgemeester en wethouders, vooral daar 't reeds direct eenc aansluiting bij den centralen keuringsdienst te Rotter dam beoogt, niet steunen en wensch ik voor te stellen dezen post als een memoricpost uit te trekken. Moet een bedrag genoemd worden, dan zou ik in overweging willen geven 3000 vast te stellen, want 2000 acht ik te weinig en f 5000 zullen voorshands niet noodig zijn. Aan de hand dezer cijfers zult U wel begrijpen, dat ik mij, vooralsnog, van eigen keuringsonderzoek geen illusie maak, alhoewel dit mij niet het slechtste lijkt. Van halve maatregelen houd ik niet en daarom, wanneer die keurings dienst in eigen beheer hoofdzakelijk alleen melkonder- zoekingen zou omvatten, waardoor deze zonder overdreven kosten aan den gemeente-apotheker konden overgedragen worden, dan zou ik van dezen halven maatregel geen groot voorstander zijn, daar de keuringsdienst meer moet om vatten, en zooveel mogelijk over alle levensmiddelen, ge bruiksartikelen, die onder de termen vallen, zich moet uitstrekken. Het, naar mijne bescheiden meening, onoverkomelijk bezwaar voor eigen keuringsdienst is voornamelijk gelegen in den persoon, die dat onderzoek leiden zal. Waar dien te vinden Er zijn er zoo weinig, die in dat ingewikkeld en pas tot ontwikkeling gekomen onderdeel der chemische en physische wetenschap zijn ingelijfd en er zijn er wellicht nog minder, wat het bacteriologisch onderzoek in die rich-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 346