24 October 1908. 347 ting betreft, 't Is eene nieuwe richting in de moderne wetenschap der technologie en biologie, die nog slechts enkele volgelingen telt. Met de jaren zal ook hierin wel meer keuze zijn, maar voor 't oogcnblik zou het zoeken naar een goed, vertrouwd, ervaren persoon een over groot bezwaar opleveren en ik noem 't haast onoverko melijk om dien éénen persoon te vinden, die alle physische, chemische en bacteriologische kennis in zich vereenigt, die noodig is voor het beoogde doel en die dr. Verweij ditmaal zeer onbaatzuchtig, ik geef het gaarne toe, met f 2000,zou willen salarieeren. Er mag ook niet aan ge dacht worden om hiervoor 'n jonge kracht te nemen, in de veronderstelling, dat hij zich in het moeielijk probleem zal weten in te werken cn zich verder te bekwamen daarvoor acht ik den keuringsdienst van te groot gewicht en het prestige, dat daarvan moet uitgaan, te gebiedend, dat ik daaraan onze Bredasche neringdoenden, handelaars en producenten zou durven wagen en derhalve zou ik de aansprakelijkheid, daartoe te hebben medegewerkt, niet durven dragen. Wanneer het ideaal van eigen keuringsdienst voorshands tot de vrome wenschen zal moeten blijven behooren, dan acht ik toch de argumentatie van burgemeester en wet houders, ,,'t geldt slechts een proeftijd", vrij zwak. Met ons gemoedelijk conservatief karakter is men zoo gemak kelijk geneigd, dat zelfs, wanneer die proeftijd geen beslist verkeerde gevolgtrekkingen aan het daglicht zou brengen en de gebreken niet zoodanig in 't oog springen, dat zij gebiedende veranderingen eischen, dan, zeg ik, is men zoo gemakkelijk geneigd om dien toestand geleidelijk en lijdelijk te bestendigen. Weliswaar zullen wij ons in de toekomst aan de conservatieve, d. w. z. oudcrwetsche sleur gemak kelijker weten te onttrekken (het pas verschenen rapport over de administratie gasfabriek zal in deze niet zonder invloed zijn). Doch niet alleen het tijdsverloop van één jaar der proefperiode acht ik van zoodanig belang, dat er niet al te lichtvaardig mede mag omgesprongen worden,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 347