348 24 October 1908. maar ook de proef zelve, het principe zelve, hoe het ook het eerste jaar of jaren aan de verwachting zal beantwoor den, bindt ons voor de toekomst, m. a. w. mocht die proef minder bevredigend uitvallen of slechte resultaten opleve ren, dan mag men in de toekomst toch niet meer van het principe van keuring der levensmiddelen enz. afwijken zoo ja, al het goede, ware het dan nog slechts maar de vreeze, die uit het onderzoek voortspruit, zou dan met één slag vernietigd zijn en meer dan ooit zouden wij daardoor de knoeierijen in de hand werken. In dat geval zal men dus tot eigen onderzoek, dat alsdan nog aan dezelfde be zwaren zou kunnen onderhevig zijn, of wel tot een ander laboratorium zijne toevlucht moeten nemen. En waar nog onvoldoende overtuigd, zal U uit verdere gegevens blijken, dat men zich niet genoeg door voldoende overtuigende en zekere inlichtingen kan en moet laten voorlichten, aan welk laboratorium, ingeval de beslissing in [deze reeds heden zou moeten vallen, onze gemeente deze proef zal gaan toevertrouwen. Ook het argument van de matige kosten mag niet te zeer in de waag gesteld worden, want om iedere desillusie te voorkomen, dien ik erop te wijzen, dat de 350,-, die er resten buiten den eigenlijken prijs van het abonne ment, niet voldoende zullen blijken voor bezoldiging der beëedigde monsternemers, voor de kosten van aankoop en opzending van monsters, voor reis- en verblijfkosten bij overkomst der deskundigen. Afgezien of het voorstel om politie-agenten te belasten met het nemen van monsters, algemeenen steun en goed keuring zal ondervinden, vestig ik er de aandacht op, dat vooral het bacteriologisch onderzoek een belangrijke rol zal gaan spelen in het kcuringsonderzoek. En wilt men dat bacteriologisch onderzoek op overtuigende wijze bewerkstelligen, dan zal 't in verschillende gevallen beslist noodig blijken, dat dit ter plaatse herhaaldelijk geschiedt. Hierbij kunnen de monsternemers betrekkelijk weinig of niet van dienst zijnal het werk, dat met het bacteriologisch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 348