y. 352 24 October 1908. wellicht heel goed en uitstekend zijn voor het onderzoek van levensmiddelen enz., maar die in 't samenstellen van hunne gegevens onvoorzichtigheden begaan, welke ik niet genoeg kan afkeuren. Ik wil hopen, dat onze Bredasche nijveraars, winkeliers en handelaars nimmer zullen bloot gesteld worden aan dergelijke grove fouten, en dat zal en kan voorkomen worden, wanneer de desbetreffende uit komsten toevertrouwd worden aan het wijze en voorzich tige beleid van burgemeester en wethouders of de com missie, die daarmede belast zou worden en men daarbij tevens de bepaling maakt, dat het desbetreffend laborato rium zelf van die uitkomsten geen gebruik mag maken, zelfs niet als ornament of reclamemiddel in prospectus of als propaganda-dwangmiddel voor keuringsdienst. Ten slotte herhaal ik mijn voorstel om den begroo- tingspost te vervangen door een memorie-post, ter bestrij ding der kosten van onderzoek van levensmiddelen enz., zonder dat momenteel in dit stadium van onvoldoende voorbereiding daarbij het idee ten gronde ligt, dat hiermede de centrale keuringsdienst van Rotterdam zal belast worden, te meer daar mij op 't laatste oogenblik bericht werd uit eene vertrouwde bron uit Rotterdam, die 't kon en moest weten, dat bedoeld bureau, in hoofdzaak de persoon, die aan 't hoofd staat, geheel onbekend is. Of voor het verzamelen van verdere gegevens het instellen van eene speciale commissie nuttig of gewenscht is, laat ik volgaarne aan burgemeester en wethouders over. De heer MEEUWESEN herinnert eraan, dat Rreda ge sticht is omstreeks het jaar 1200 en dat de stad dus 700 jaar bestaan heeft zonder een keuringsdienst van levens middelen. Het geldt hier eene zaak, die wel goed over wogen mag worden en beter moet worden voorbereid. De thans voorgestelde regeling komt spreker allesbehalve doelmatig voor. Spreker is met dr. Verweij persoonlijk bekend en wijst erop, dat de centrale keuringsdienst, waarvan dr. Verweij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 352