24 October 1908.
355
Als er nu eene verordening is, op grond waarvan het
onderzoek plaats heeft, dan moet de bedoeling niet zijn,
om de menschen in de gevangenis te helpen, doch men
moet erdoor verkrijgen, dat zij de wetenschap bezitten,
onder voortdurende controle te staan, om daardoor ver-
valsching te voorkomen.
Het onderzoek naar water is niet het voornaamste.
Als dit zuiver is, schaadt het alleen de voedingswaarde.
Maar melk kan ook andere ziektekiemen bevatten. Spreker
wijst hierbij op de groote kindersterfte, welke in Noord-
Brabant hooger staat dan in andere provinciën. Door te
wachten, kan men dus niets winnen; wel bij aanneming
van het voorstel van burgemeester en wethouders. Spreker
hoopt dan ook, dat de raad niet zal medegaan met een
tegenovergesteld voorstel.
De heer Fr. SMITS wil eerst het principe uitgemaakt
zien. Daar de raad nog niets kent van de eventucele
verordeningen, gaat het toch niet aan, zich thans reeds
aan het Rotterdamsch bureau te verbinden. Spreker kent
dat bureau niet, doch er zijn ook nog wel andere bureaux.
Het groote bezwaar blijft, dat een onbekend bureau het
lot van nijveren en neringdoenden in handen zal hebben.
De heer SASSEN meent ook, dat het voornaamste punt
ishet melkonderzoek. Doch dit kan evengoed ter plaatse
geschieden. Wat kan er dus tegen zijn, dat er eene raads
commissie worde benoemd, om de zaak voor te bereiden.
De heer BLOEMARTS stelt er eveneens zeer veel prijs
op, dat het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
aangenomen, omdat het niets praejudicieert. Spreker wil
het bezwaar van den heer Smits ondervangen. Dat bezwaar
komt hierop neer, dat de gemeente aan het Rotterdamsch
bureau de macht zou geven, om met de resultaten van het
onderzoek te doen, wat het wil. Doch het bezwaar wordt
geheel weggenomen door het contract. Over de vraag,
of ten aanzien van de ontdekte vervalschingen eene ver-