396 28 November 1908. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 13. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van A. W. Oostvogels alhier, betreffende de verharding enz. van een gedeelte der Koninginnestraat, zijnde dit prae-advies van den volgenden inhoud „Wij hebben de eer U weder aan te bieden het onge- „dagteekend adres van A. W. Oostvogels, wonende aan „het Van Coothplein 7 alhier, onder mededeeling, dat, „na overleg met de bouwcommissie, welke in deze geheel „met ons accoord gaat, het ons wil voorkomen, dat het in ,,'t algemeen niet op den weg der gemeente kan liggen, „om te haren koste den bouwlust aan te wakkeren op het grondgebied eener aangrenzende gemeente, iets wat bij „gunstige beschikking op dit adres het geval zoude zijn. „Voor dit verzoek merken wij in 't bijzonder op „1°. dat het geval aangevoerd sub a van 't adres in „meer dan een opzicht verschilt met het onder- „werpelijke: „2°. dat het aangevoerde sub b en c ons geheel onvol doende voorkomt om eene gunstige beschikking „te wettigen. „Onder herinnering, dat op soortgelijke verzoeken reeds „meermalen door U afwijzend werd beschikt, hebben wij „ook thans geen termen kunnen vinden om gunstig op het „verzoek te adviseeren, zoodat wij U voorstellen om daar- „op afwijzend te beschikken". De voorzitter vraagt of de raad zich met dit prae- advies kan vereenigen. De heer VAN DEN BRINK zegt, dat hij zich geheel en al met het prae-advies kan vereenigen, doch dat hij er toch nog een woord aan wenscht toe te voegen. Spreker wijst erop, dat het daar een onbehoorlijke toestand is en dat het in de toekomst absoluut noodzakelijk is, de grenzen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 396