398 28 November 1908. De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer VAN DEN BRINK herinnert aan eene vroegere vermaning van den heer Sassen bij de behandeling van subsidie-aanvragen, dat Breda maar goedgeefsch is en alles erop loskomt. Spreker kan zich echter met deze aanvrage wel vereenigen, daar het hier geldt eene vereeniging, die een goeden naam heeft en de subsidie voor een nuttig doel strekt. Spreker wenscht er echter de aandacht op te vestigen, nu het geldt den aankoop van een lauwerkrans, dat er dikwijls zeer wansmakelijke dingen worden verkocht en zou daarom den aankoop willen doen geschieden door iemand, die een goeden kunstsmaak heeft. De voorzitter antwoordt hierop, dat burgemeester en wethouders enkele kransen op zicht hebben gehad en er één daarvan hebben uitgekozen. Spreker weet niet, wie hier als deskundige zou kunnen optreden. De heer VAN DEN BRINK zegt, dat hij wel vertrouwt in den goeden smaak van burgemeester en wethouders. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 15. Adres van N. J. H. Groenendaal alhier, vergunning verzoekende tot het leggen van eene rioolbuis door het Jaagpad. Bij dit adres is gevoegd het advies van de gezondheids commissie voor deze gemeente, alsmede het volgende ontwerp-besluit, bevattende de voorwaarden, die burge meester en wethouders aan deze vergunning wenschen te verbinden „De raad der gemeente Breda „Gezien het adres van N. J. H. Groenendaal te Breda „verzoekende vergunning tot het leggen eener rioolbuis „door het Jaagpad, dienende tot het afvoeren van regen- „water, motorwater en keukenwater van een woonhuis en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 398