418 19 December 1908. thans 3 bedraagt, plus provisie. Stellig zullen van elders geene meer voordeelige aanbiedingen te wachten zijn. Zonder verdere bedenking wordt bedoeld ont- werp-bcsluit alsnu goedgekeurd. 8. Ontwerp-bcsluit tot vaststelling van den rentcstan- daard van de bank van leening, luidende als volgt „De raad der gemeente Breda; „Overwegende, dat bij koninklijk besluit van 20 Decem- „ber 1906, n°. 6, is bewilligd, dat te rekenen van 1 April „1907, voor den tijd van twee jaren in de bank van leening „alhier van de pandgevers een interest tegen twaalf ten „honderd 's jaars voor alle beleende panden geheven wordt „en die tijd alzoo op 1 April 1909 eindigt „dat bij raadsbesluit van 23 April 1887 aan de bank van „leening een crediet is verleend tot een bedrag van hoog stens ƒ25 000,— onder bepaling, dat de cventueele winst „aan de gemeente zal worden uitgekeerd tot een maximum „van 4°/0 van het opgenomen kapitaal „dat de bank van leening op 31 December 1907 aan de „gemeente schuldig bleef, op rekening van gemeld crediet, „de som van 6000, „dat bovendien als bedrijfskapitaal in de fondsen der „bank zijn gestort, tegen eene rente van vijf ten honderd ,,'s jaars, de borgtochten van den secretaris-schatter ad „ƒ2000,- en van den pandbewaarder ad ƒ1000,—, samen 3000, weshalve de schuldenlast der bank is 9000, „dat noch in 1906, noch in 1907, door de bank eenige „rente van het van de gemeente opgenomen kapitaal is „uitgekeerd kunnen worden, daar in beide jaren de bank „slechts een verlies heeft opgeleverd; „dat, wil alzoo de bank, die vanwege de gemeente in „het kosteloos genot is gesteld van een gebouw en direc teurswoning, niet met belangrijk verlies werken, het nood zakelijk is den rentestandaard op twaalf ten honderd voor „alle panden te behouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 418