56
7 Maart 1908.
a. dat de verbouwing geschiedt op de wijze als
de overgelegde teekening aangeeften
b. dat het open terrein achter bedoelde woningen
wordt vergroot met de strook grond, op de teeke
ning als „aangekocht" aangeduid.
19. Voorstel van burgemeester en wethouders met ont-
werp-akte, tot aankoop van een strookje grond aan den hoek
van de Ridderstraat en de Bindstraat, ter verbetering van den
toestand aldaar, zijnde bedoelde ontwerp-akte van den vol
genden inhoud
„De ondergeteekenden mr. Eppo Paul van Lanschot, bur
gemeester der gemeente Bredaen Antonius Roelandus
„Vermeulen, secretaris dier gemeente, als vertegenwoordigende
„het college van burgemeester en wethouders, dat namens
„die gemeente handelt ter uitvoering van het bij besluit van
„de gedeputeerde staten der provincie Noord-Brabant van
1908 goedgekeurd raadsbesluit van
„1908, contractanten ter eene zijde, en Bernardus Theodorus
„Jacobus Somers, koopman te Bredacontractant ter andere
„zijde, zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1.
„Contractant ter andere zijde verkoopt en draagt in eigen-
„dom over aan contractanten ter eene zijde, die koopen en in
„overdracht aanvaarden een stuk grond, groot ongeveer 7
„centiaren, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend
„gemeente Bredasectie B, no. 918, gelegen op den hoek
„van de Ridderstraat en de Eindstraat, zooals op bijgaande,
„door partijen gewaarmerkte situatieteekening in roode argure
„is aangegeven, en later bij opmeting zal blijken.
Art. 2.
„Contractant ter andere zijde verbindt zich, zoo voor zich
„als voor zijne rechtverkrijgenden, om binnen één jaar na de
„onderteekening dezer overeenkomst: