7 Maart 1908.
61
De heer REIGERSMAN wil gaarne erkennen, dat f 2500,
niet veel is, om daarvoor zijn huis op dergelijke wijze te laten
verminken. Spreker is echter tegen de verbouwing, omdat hij
die verminking zoo leelijk vindt.
De heer VERSCHRAAGE heeft wel uit de discussion ver
nomen, dat alle moeite gedaan is, om ook het bovengedeelte
in eigendom te verkrijgen, doch spreker wenschte nog wel
te weten, of ook getracht is aan dat gedeelte een aanzien te
geven.
De heer LIJDSMAN meent, dat daarover niet gesproken is.
De heer SASSEN, de zaak toelichtende, zegt, dat het pand
door den tegenwoordigen eigenaar is aangekocht, om het te
laten zooals het is, behoudens eene zeer kleine verandering.
Daarop zijn de onderhandelingen aangevangen, welke alleen
ten doel hadden, om daar ter plaatse wat meer ruimte te
krijgen. Het is een groot offer, hetwelk de gemeente moet
brengen, maar voor het verkeer van zeer veel belang. In
Rotterdam treft men op verschillende punten denzelfden toe
stand aan. Bovendien is de eigenaar door de verbouwing tot
groote uitgaven gedwongen.
De heer VERSCHRAAGE zal zich thans, na de ontvangen
inlichtingen, bij het voorstel nederleggen.
De heer VAN KEPPEL wijst erop, dat door de leden
der bouwcommissie niet gesproken is over het bovengedeelte.
Als de gemeente bereid was tot een ietwat grooter offer, dan
zou wellicht verkregen kunnen worden, dat ook het boven
gedeelte eenige verandering onderging.
De heer TEYCHINÉ zegt, dat door den architect reeds
aanstonds is medegedeeld, dat de eigenaar daarvan niets weten
wil.
i
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt alsnu
in stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 3 stemmen.