66
7 Maart 1908.
krijgen, aangezien zij nu niet weten, waaraan zij zich te houden
hebben.
De voorzitter antwoordt hierop, dat alle stukken in
handen zijn gesteld van de betrokken commissie en dat met
belangstelling haar rapport wordt ingewacht.
De heer BLOEMARTS meent, als voorzitter van de tram
commissie, het den heer Meeuwesen volstrekt niet kwalijk te
mogen nemen, dat hij als waarnemer der belangen van de
betrokken maatschappijen optreedt. Hier geldt het echter het
belang der gemeente, en dat belang kan alleen gebaat zijn
bij eene ernstige behandeling der zaak en door het oog ge
vestigd te houden op de toekomst.
Spreker kan echter verklaren, dat de commissie volstrekt
niet stil zit. Hulde dient gebracht aan de activiteit van den
heer Meeuwesen, die een hoogst belangrijk stuk aan de com
missie heeft ingezonden. Dat stuk is pas ingekomen op 23
December j.l., alzoo 14 dagen later dan het tijdstip, hetwelk
daarvoor door den raad was bepaald. De zaken moeten echter
tête reposée overwogen worden. Behalve het stuk van
den heer Meeuwesen, zijn mede twee zeer belangrijke stuk
ken ingekomen van den burgemeester en een van den heer
Rombouts.
Nu zal de heer Meeuwesen het toch zeker op prijs moeten
stellen, dat de commissie aan die stukken de aandacht wenscht
te wijden, welke zij ten volle verdienen.
Daarom zijn die stukken bij de leden in circulatie gesteld.
Wanneer nu ieder lid de stukken slechts S dagen onder zijne
berusting heeft, dan is daarmede alleen reeds meer dan eene
maand gemoeid.
Dezer dagen is de commissie weer vergaderd geweest, doch
daarbij mag niet uit het oog worden verloren, dat met het
op schrift stellen van rapporten, correspondentie en samen-
spreking met concessionarissen, ten einde tot overeenstemming
te geraken, heel wat tijd gemoeid is, zoodat er nog wel ver
schillende weken zullen heengaan, alvorens eene beslissing
kan vallen. Spreker wil echter de verzekering geven, dat de