70 28 Maart 1908. met de betrokken maatschappijen en dus met hare belangen niets te maken heeft. Overigens meent spreker, dat z. i. de belangen der gemeente het best behartigd worden door eene spoedige afwikkeling dezer aangelegenheid. De heer VAN KEPPEL zegt, dat op bladzijde 58 van de gedrukte notulen, waar het geldt den aankoop van een stukje grond aan den hoek van de Ridderstraat, ten onrechte is vermeld, dat hij vreest, dat het overstekend gedeelte gevaar zal opleveren voor hen, die eronder doorloopen. Spreker heeft echter gezegd, dat het den schijn zal hebben, alsof het overstekend gedeelte gevaar zal opleveren voor hen, die er onder doorloopen, en wenscht de notulen in dien geest te zien gewijzigd. Met inachtneming van deze bemerking, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. 1. Beëediging en installatie van de nieuwbenoemde raads leden de heeren J. M. IngenHousz voor het 1ste en A. C. Bom voor het 3de district. De voorzitter verzoekt den secretaris genoemde heeren binnen te leiden. Hieraan voldaan zijnde, worden door de nieuwbenoemde leden in handen van den voorzitter achtereenvolgens afgelegd de eed van zuivering en de eed van trouw, voorge schreven bij art. 39 der gemeentewet. De voorzitter verklaart alsnu de beide leden te zijn geïnstalleerd en verzoekt hun, de voor hen bestemde zetels in te nemen. De voorzitter houdt alsnu ongeveer de volgende toe spraak

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 70