82
28 Maart 1908.
12. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verze
kering van het politie-personeel tegen ongevallen en invalidi
teit, luidende als volgt
„Ten aanzien der meermalen besproken verzekering van
„het politiepersoneel tegen ongevallen, hebben wij de eer U
„in overweging te geven, die verzekering aan te gaan met
„de Verzekerings-bank „De Nieuwe Eerste Nederlandsche",
„te s-Gravenhcigevertegenwoordigd te Breda door de heeren
„Dommers en Feber.
„De verzekering kan geschieden op tweeërlei wijzen
„1°. Overeenkomstig de hierbij overgelegde premie-opgaaf
„Deze opgaaf wijst een totaal aan van f 210,30. Op dit
„bedrag verleent de maatschappij eene reductie van 10 °/0,
„zoodat, naar de tegenwoordige sterkte van het personeel, de
„netto jaarpremie bedraagt f 189,27, -(- het eerste jaar de
„poliskosten ad 50 cent, dus totaal f 189,77.
„2°. Bij verzekering naar het loonbedraagt de premie voor
„700 maal het dagloon bij dood en levenslange totale invali
diteit en 0,7 maal het dagloon bij tijdelijke invaliditeit f 10,
„per f' 1000, Voor een jaarloon van circa 30 a 31000 gul
den zou derhalve de premie bedragen 300 a 310,
„Bij laatstgenoemde verzekering vestigen wij er de aandacht
„op, dat hoogere uitkeering verzekerd wordt en daaruit de
„hoogere premie voortspruit.
„In het geval sub 1°. wordt b.v. voor verzekering van den
„commissaris van politie genoten f 2500 in eens en f 2,50
per dag; in het geval sub 2°. 700 X f 6,60 4620 in
eens en f 4,62 per dag. En zoo vervolgens.
„Aan de voorgedragen wijze van verzekering sub 2°. geven
„wij dan ook de voorkeur, temeer, dewijl het verschil in uit-
„gaaf niet zeer belangrijk kan genoemd worden. En aangezien
„de gemeente de premiën betaalt, komen de eventueel te ont
vangen gelden in de gemeentekas."
De voorzitter stelt deze zaak aan de orde.
De heer MEEUWESEN wijst erop, dat, naar aanleiding
