96 25 April 1908. „bestuur alhier, was hij van 1 September 1863 af tot 1 Juli „1883 als bezoldigd ambtenaar aan die administratie ver bonden, waarna hij elders eene betrekking bekleedde tot „in 1888, toen hij de eer had, bij raadsbesluit van den „12. Mei benoemd te worden tot secretaris dezer ge- „meente. „Bij het doen van dit verzoek gevoelt adressant zich ten „zeerste gedrongen, met de beste wenschen voor den bloei „en den vooruitgang der gemeente onder uw zorgzaam „bestuur, U hartelijk dank te betuigen voor het hem, bij „herhaling, geschonken hooggewaardeerd vertrouwen, alsook „voor de hem steeds betoonde bijzondere welwillendheid, „waardoor voor hem aan de vele jaren, die hij in dienst „van de gemeente heeft doorgebracht, de meest erkente lijke en aangename herinneringen zullen verbonden blijven. ,,'t welk is doende, enz. „A. R. VERMEULEN." Breda, 18 April 1908. De voorzitter, van zijn zetel opgestaan, houdt alsnu ongeveer de volgende toespraak „Mijnheer de secretaris en leden van den gemeenteraad. „Toen het verzoek, dat zooeven is voorgelezen, in mijne „handen kwam, was het gevoel, hetwelk zich van mij „meester maakte, er een van bewondering voor U, mijnheer „de secretaris, die gedurende meer dan 50 jaren de gemeente „hebt gediend op eene wijze, welke ver boven mijn lof ver beven is. „U toch is een model-ambtenaar, voor wien niets ooit „te veel is geweest, geen opoffering te groot in het be- „lang der gemeente. „Ik heb U leeren waardeeren als de hooggeschatte ambte- „naar, die 's morgens vóór alle anderen op het bureau „aanwezig was en dit 's avonds het laatst verliet, dikwijls „nog beladen met stukken, om thuis nog uren lang voort „te werken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1908 | | pagina 96