13 Maart 1S09. 101 gewijzigd. In geen enkel der 71 woningen is een goede kelder. Het zijn gaten in den grond binnenshuis, die niet schoon te houden aijn. Toch is een goede kelder voor bewoners van dergelijke huizen van het grootste belang. Had men een ander type gekozen, dan waren de kelders ook beter uitgevallen. Thans is het eene onherstelbare fout. Komende tot het voorstel van burgemeester en wethou ders, heeft het allereerst sprekers aandacht getrokken, dat in de overwegingen wordt gezegd, dat onbewoonbaarver klaring van woningen, welke daarvoor in de termen vallen, woningnood tengevolge zou hebben volgens de uitkomsten van het woningonderzoek, door de gezondheidscommissie ingesteld. Spreker meent, dat dit motief nog nimmer door de gezondheidscommissie is vooropgesteld. Toch geven burgemeester en wethouders het als een motief aan. Ook het tweede motief, dat het particulier initiatief niet voldoende in de behoefte aan woningen voorziet, steunt nergens op. Er moet toch eerst de behoefte blijken. Dat is echter niet het geval, want er staan nog steeds woningen leeg. Spreker wil op die motieven niet argumenteeren, doch alleen concludeeren, dat de woningbouw niet urgent is, doch dat er nog tijd genoeg is, om een goed en degelijk plan, Breda waardig, in het leven te kunnen roepen Waar de bemerkingen van de gezondheidscommissie nog al van eenigen omvang waren, verwondert het spreker, dat de plannen, na verbeterd te zijn, niet opnieuw naar de gezondheidscommissie zijn teruggezonden. Alleen heeft men nog het advies ingewonnen van een gemeente-ambtenaar. Waar het hier geldt een type, waarop men zich later dient te kunnen beroepen en dat als voorbeeld moet strekken voor den bouw van andere arbeiderswoningen eene belangrijke zaak dus had men ook wel eens het advies kunnen vragen van den inspecteur of den hoofd inspecteur der volksgezondheid. Ook de voorwaarden, waaronder wordt voorgesteld het voorschot van /'DO000, te verleenen, kunnen spreker geenszins bevredigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 101