17 April 1909. - 125
„laatste vijf jaren op f 570,—, bedragen f 264,—, waaruit
„blijkt, dat het beoogde in de voorgestelde wijzigingen
„niet is een toegeven aan z.g. overdreven eischen.
„(get.) J. A. H. van den Brink,
„raadslid."
De voorzitter geeft in overweging dit voorstel te
verzenden aan burgemeester en wethouders om prae-advies.
Waartoe besloten wordt
'13. Adres van den Bredaschen bestuurdersbond, d.d. 5
April 1909, daarbij verzoekende van gemeentewege te wil
len overgaan tot de aanstelling van schoolartsen.
l)e voorzitter deelt mede, dat nog is ingekomen
een adres van dezelfde strekking van de afdeeling „Breda"
van den bond van Nederlandsche onderwijzers en stelt
voor, beide adressen te stellen in handen van burgemeester
cn wethouders om jirae-advies.
De heer mr. W. INGENHOUSZ vraagt, wat de bestuur
dersbond voor een lichaam is.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het is eene
corporatie van vakvereenigingen, welke beoogt behartiging
van de algemeene volksbelangen.
Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeen
komstig het voorstel van den voorzitter.
14. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij
ter vaststelling aanbiedende het volgend ontwerp-besluit
„De raad der gemeente llrcda
„Gezien zijn besluit van 13 Maari 1909, waarbij de heeren
„W. H. Tromp en W. W. Plasman definitief werden benoemd