130 17 April 1900. I.eden mr. W. IngenHousz, tevens plaatsvervangend voorzitter, en F. A. M. J. Smits. 410 lid: II. A. Sassen. Plaatsvervangende leden: jhr. mr. A. Reigersman, J. Lijdsman en A. A. A. Meeuwesen (plaatsvervangend 4dfl lid). 2]0 district (ambachtsschool) Voorzitter W. G. H. Rombouts. LedenA. F. Smits, tevens plaatsvervangend voorzitter, en L. J. Staal. 4de lidJ. M. IngenHousz. Plaatsvervangende ledenA. P. Scheltus, F. J. M. Heij- laerts en A. J. A. Verschraage (plaatsvervangend 4de lid). 3'!c district (gasfabriek) Voorzitter mr. P. M. J. E. Bloemarts. Leden: J. R. baron van Keppel, tevens plaatsvervangend voorzitter, en J. J. L. Teychiné. 4,c lid: P. A. F. de Bont. Plaatsvervangende leden A. C. Bom, J. A. H. van den Brink en W. J. Slechtriem (plaatsvervangend 4d0 lid). 20. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, onder wederaanbieding van het adres van H. H. Simons, verzoekende uitbetaling eener vermeende vordering ad f 4,20, en met verwijzing naar het bijgevoegd rapport van den gemeente-architect, in overweging gevende op het adres te beschikken overeenkomstig den inhoud van het aan Simons gericht schrijven d.d. 24 Januari '1900, n\ 123, en waaruit blijkt, dat volgens gedane verrekening door hem alsnog kan gevorderd worden een bedrag van f 0,295. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 130